oprechte literatuur veroorzaakt die wondjeuk van het onvervulbare verlangen,
nooit is zij de helende zalf of de toedekkende pleister.
christian van zitteren
  • home
  • poëzie
    • klassieke sonnetten
    • gedichtenreeksen >
      • verpleeghuispsalmen
      • waken
      • banale mythen
      • tien gedichten voor mijn geliefde
    • losse gedichten
  • proza
    • korte verhalen
    • kerstverhalen
  • columns
    • columns zorg
    • de aftakeling
  • onderzoek
    • liturgische handschriften
    • Cornelis van Wijkerslooth
    • ethiek in de zorg
    • hoogbegaafdheid
    • astronomie en ruimtevaart
  • iets over mij
  • contact

Banale mythen

Afbeelding

I Tulp

De tulp eigenzinnig als het leven
zelf generfd geaderd vergankelijk
onschikbaar reikend naar verten
buiten de vaas een hint van universa
 
waar bloemen leven voor zichzelf
niet gesneden gegeven symbolen werden
de tweede dood een weekje uitgesteld in
handwarm water met poedervoeding
 
Ik herken in de nerven mijn vingerafdruk
en hoe de bladeren ’s ochtends los
rond de vaas liggen in meedogenloos bruin
 
zag ik eerder in het rariteitenkabinet
dat mijn toekomst insluit als ik humus ben

voor de tulp van een nog onverwekte geliefde
​

(​Toen in 2018 Aswoensdag en Valentijnsdag op één dag vielen)
​

Afbeelding

II Sleutels

​Machteloos op tafel gesmeten
tegen de aangekoekte borden van
afgelopen avond toen we aten
lachten en nergens van wisten
 
van hoe je ergens in je lijf een
verrassing meedroeg ----
de pomp die inmiddels je
longen spelen ben ik ontvlucht
 
er worden keuzes van mij
verwacht - ga thuis maar na-
denken aan de keukentafel zo lief
 
je sleutelbos slaat een scherfje
uit een bord dat het mijne was
wat moeten die sleutels nog als jij niet –
​

Afbeelding

III Gitaar

De gitaar die niet bespeeld
wordt slechts bekeken soms
vastgehouden ook voor
de spiegel bespied door mijn wimpers
 
Mythisch wezen dat jongensdromen
verlangens toekomstvisioenen
belichaamt wie wil je zijn en dan
hoor je flamenco rockabilly jazz
 
Alleen in mijn gedachten ben ik
wie ik worden zou en als ik me
herinner wend ik mijn hoofd af
 
dat zij de pijn niet ziet van mijn
verraad een dissonant akkoord
tussen toen en nu - da capo al fine
​

Afbeelding

IV Borstel

De achteloze ijdelheid verscholen
In het steeds herhaalde ritueel
De voorwereldlijke strijd van orde
en chaos spiegelt borstel en haar

En elke beweging trekt
Haren uit m'n schedel die ik nooit
Zal missen en toch weet ik
In mijn hart dat ik kaler word

Tussen de tanden de haren als
Slangen in een radeloos doolhof
De klitten zijn nesten venijn

De kaalheid steekt in mijn hart
Addergif verlamt gedachten
Een prooidier van de ijdelheid te zijn
​

Afbeelding

V Wasknijper

​Ongeschoren schuurt de wind
Langs bakkebaard en kaak
Haar waait in ogen en mond
En onderwijl bollen de zeilen

't Is maandag en de was
Moet buiten een oudtestamentische
Windvlaag zal het dekbed
In recordtempo doen drogen

De wasknijpers tussen mijn lippen
Geklemd een mes tegen muiterij
En onderwijl zeilt de Santa Maria

Haar noodlot tegemoet de ondergang
Te zijn van een Nieuwe Wereld
Bacterie virus buskruit dood
​

Afbeelding

VI Glas

Het glas waaruit je drinkt
is zoveel sierlijker dan
wanneer ik me er morsig
En schuimend aan vergrijp

Jij verstaat de kunst van
transfiguratie het meest banale
Krijgt in jouw handen een
Gulzig paradijselijke glans

Alsof het niet voor mijn arm-
Zaligheid bestemd is maar
Wat weet ik van eeuwigheid

Halfleeg halfvol Dit Is Mijn Bloed
We toasten tot het breekt
En tot zand keert het terug
​

Afbeelding

VII Stekker

Nog kind was ik en duwde
de pennen van een stekker tegen
mijn tong – de opgewonden
sensatie dat ik stroom zou krijgen

Onmiddellijk volgde de teleurgestelde
opluchting dat er niets gebeurde
en ik begreep dat dit nu zo'n afschuwelijk geheim
Was om mee in het zwijgend graf te nemen

En inmiddels weet ik het wel
als je stroom wilt krijgen moet je je
vingers in het stopcontact steken

Maar ik doe het niet – al zou het passen
ik zou de zwijgende betovering verbrijzelen
van het kind dat nietwetend durft - en leeft
​

Afbeelding

VIII Schaar

Roekeloos de schepping te lijf
imaginaire perfectie afgedwongen
door neuroten en kunstenaars
beperken en bevrijden - wie waartoe

De onwerkelijke tegenstelling
Knip de heg - knip een hart
Een instrument zo eenvoudig zo
Ambigu als onweer

Aloude levenbrengende vernietiger
Baäl Zeus Jupiter Thor en uiteindelijk
Ik en mijn schaar

Deze kruising van twee snijvlakken
De troost en de pijn
En beide liggen in mijn hand
​

Afbeelding

IX Gum

​Laat staan wat niet gehoord
mag worden maar vergum
Alles wat gezegd is
Blaas dogma's in vergetelheid

Wie schrijft denkt waanzin
Van zichzelf de spreker weet
Gedachten zijn opgelost nog
voor de echo van mijn woord

Het verwaait zoals het verleden
Dat aan niemand verteld werd
Onraakbaar als duister geheim

En schrijver immer de leugenaar
Als archeologen verklaren wat door
Geen mens meer kan worden ontkend
​

Afbeelding

X Riem

Als het beschaven bestaat
Uit voortdurende schurende
Zelfbeheersing insnoering
Het beteugeld paard prijzen

Mijn riem zou glorieus teken
Zijn van het intomen van driften
Een medaille voor dressuur
Terwijl de zweep in de coulissen zuigt

Maar ik voel de striemen heet
Krassen onder mijn dek en branden
Als verstomd applaus knagen is geworden

Beheerst een dictatoriale geest
Het lichaam ik trek de riem nog
Een gaatje strakker - tot ik breek
​

Afbeelding

XI Bril

Bespied zonlicht valt in
mijn brillenglas een kleine
regenboog prismaat de alinea
die ik net las overdenk

Broeder nummer 1 executeert alle
mensen met bril boek kostuum
zijn rode khmer vervuld van
idealen eenvoud landbewerken

Galilei zag Jupiters manen dansen
Van Leeuwenhoek bewonderde
bloedcellen krioelen in plasma

Lipperhey en Jansen slepen voor-
uitgang ik leg mijn bril op het boek
vermoeid van massamoord brillenberg
​

Afbeelding

XII Waxinelicht

De goddelijke vonk die
Lucifer schenkt passie
voor drie vier zes uurtjes
een lege huls blijft bestaan

Waar blijft het begeesterd vuur
als mijn huls tot de bodem
verteerd is en wie blies het uit
niet in storm maar zachte bries volstaat

Een ster opgebrand leeft
zwart gat pulsar nevel niets gaat
verloren hoe recycle ik

Brand waxinelichtjes bij mijn huls
geef hem terug aan de aarde waaruit
hij genomen is mijn supernova vonk
​

Afbeelding

XIII Paracetamol

​2 x 500 mg witbroos mededogen
enkele malen per dag mezelf voor-
geschreven als magisch panacee
mysterieuze opstand tegen het Kwaad

Zo alledaags en wonderlijk als jouw
aanwezigheid geen levende ziel kan
vertellen waardoor het werkt maar telkens
verlicht je zalf je troost je mijn hemel

Na enkele uren al verlang ik opstandig
opnieuw een dosis ik zuig je leeg
onverzadigbaar slok ik je op kom tot mij

Jij schepper van mijn wedergeboorte
Ik zie je silhouet dansen in het maanlicht
je draagt de Steen der Wijzen in doordrukstrip
​

Afbeelding

XIV Kraan

Een infantiel mysterie maar
ondoorgrondelijk evengoed
hoe er water uit het kraantje
in onze schuurmuur kon komen

In de baksteen verdween de kraan
en de binnenkant van de muur vertoonde
geen toevoerleiding het was dus wel
duidelijk dat het water uit de steen kwam

Die grootse ontdekking lepelde ik op
tijdens de eerstvolgende godsdienstles
waar Mozes werd besproken

die immers water uit de rotsen sloeg
en ik meende dat ik het opgelost had
zoals elke theoloog zonder loodgieter
​

Afbeelding

XV Mandarijn

Het perfecte universum in zich-
zelf de schil als grens tussen
zijn en niet-zijn absoluut is die
onzichtbaar de geur grensoverschrijdend

Oppervlak zichtbaar als geur geroken
buiten het wezen toch kenbaar maar
ik dring niet door tot de mandarijnse
essentie zolang ik niet slik

Ieder partje is zichzelf genoeg
zou een hemel vol kunnen laten
groeien en beheersen en stralen

Een mandarijnenwalhalla waarin
geen plaats is voor rotting pitloosheid
en hen die alleen maar ruiken en zien
​

Afbeelding

XVI Klink

Zo’n kleine verplaatsing is het
verschil tussen onwrikbaar gesloten en
onvermoed perspectief een
bescheiden polsbeweging en daar
 
gloort een nieuw landschap achter
de horizon die geen grens ziet maar
juist de uitnodiging tot verwondering
waar wetteloosheid de norm werd
 
je dromen aaneengeregen tot schakels
in de ketting die het schip toekomst
klonken aan de rede van het verleden
 
En met de klink in je hand twijfel je
de deur te openen onbewust dat het land-
schap bestaat ongeacht je beslissing
​

Afbeelding

XVII Afstandsbediening

De dwaas die ongemerkt de scepter
verwisselt met zijn narrenstaf
wie recht spreekt oogst hoon
en grappenmakers de norm
 
Wie bepaalt wat gezien mag worden
– knijp een ziel in je handen fijn tot
het bewustzijn in dikke stralen
langs je bovenarmen loopt
 
en van je ellenbogen afdruipt –
die beheerst de afstandsbediening
ongezien is hij vorst en nar
 
tussen je voeten groeit de plas
met verloren bewustzijn als niemand
meer ziet wat grap is wat dodelijke ernst
​

Afbeelding

XVIII Kussen

De kus is mystiek het kussen
compassie de doodsteek voor
spartaans bevelen dep de traan
leg je hoofd neer streel de wang

Lichamelijke sensaties maar
daaronder de huilende ziel
schokkend op het kussen dat
jij aanbiedt waar geen woorden komen

Leg mijn hoofd neer na
je kussen en wieg me in slaap
laat me wegzakken in concordia

Van mij en jou en levensdrift
delf me op uit de spartaanse potgrond
compassie en mystiek ontkiemen
​

Afbeelding

XIX Fotolijst

Ooit gestolde aandacht de
lang vergeelde gestalten
Ik weet het nog de zonnige
dag de vrienden het lachen

De beloften die we deden en
hoe we de eeuwigheid tartten
alleen wat binnen het kader paste
heeft de herinnering gehaald

Maar de buitenwereld knaagt
aan de fotolijst en tracht uit
alle macht het beeld te infecteren

En hoe ouder hij wordt des te navranter
dringt zich het ongemak op wat wilden
we zo graag buiten beeld houden
​

Afbeelding

XX Tandpasta

Een tandpastavlek gaat gegarandeerd
niet uit je overhemd of dat een
positieve kwaliteit is blijft onbekend
tandenpoetsen doet men bij voorkeur

Alleen als men halfontkleed is en
een afgeschraapte borstel loom in
het gapende mondgat duwt
waaruit de tandpastavlek voortspruit

Anders beschouwd - als men de film
achterstevoren afspeelt - gesteld dat
juist die avond de film gedraaid werd

Springt een deel van het overhemd-
dessin spontaan omhoog de mond in
waarna de lippen decent sluiten
​

Afbeelding

XXI Koffiemelkkuipje

Ouwevrouwenagel die terloops
als het uitknijpen van een
overrijpe puist de afdichting
van het koffiemelkkuipje indrukt

Schilfers nagellak mengen
met roomwitte halfvolle
in de groeven van haar ring
vestigde okergele room van toen

Ze ziet niet meer zo goed ze
drinkt haar thee met melk en
suiker beknispert de salontafel

Verder zwijgt ze als gesuggereerd
wordt dat haar zelfstandige dagen
geteld zijn verzinkt in onstuimig verleden
​

Afbeelding

XXII Papieren zakdoek

Toen je in je zak voelde of er misschien
nog een papieren zakdoek - je bleef
die hardnekkig tissue noemen -
opgediept kon worden sloeg ik

Mijn ogen neer uit schaamte dat ik
deze vorm van hulpbetoon nodig had
de puberende illusie van mijn epische
​onafhankelijkheid kneep me de keel dicht

Tot het moment waarop je de tissue
aanreikte had het overal voor kunnen
zijn tranen snot of verspilde rode wijn

Maar niet om een spiegelbeeld te
versplinteren mijn gecraqueleerd idool
eerst zag jij het uiteindelijk ook ik
​

Afbeelding

XXIII Pincet

De grens tussen beheerszucht
en zorg aait ijdel- en gezondheid
pijn te lijden voor het hoger doel
wenkbrauw splinter chirurgijn

Mezelf de kwakzalver huur ik in
het geronnen bloed bewijst
dat ik me liefheb ijdel en gezond
ruik aan de pincet lik voorzichtig

Geen balken ruk ik uit alleen
de splinter doet zo'n pijn
voor balkenzicht is afstand nodig

Bijziendheid koestert eigenliefde
naarmate de jaren klimmen houd ik
De pincet verder weg om scherp te zien
​

Afbeelding

XXIV Munt

Zoveel koppen klinkend neer-
geworpen begraven opgepot
geslagen in de verwachting
van goddelijke onsterfelijkheid

Wie de keerzijde van de munt
opeist een bronzen lauwerkrans
als molensteen het gewicht
van nobele geboorte de tol

God zij met ons wat gemunt was
als privilege uitgekotst slijk
de kop valt op het schavot

Medestanders ontvluchten naakt
de streek kop en munt gehaast
in de beerput geworpen
​

Afbeelding

XXV Oplader

En jij dan je elektrificeert me
je aanraking in 't voorbijgaan
Zoveel volt vonkt overslaand hart
met je lach de ontlading

Mag ik je oplader even vraag je
ik heb nog maar vijf procent
mijn kleine ziel valt bijna uit
- je demon zuigt nieuw leven in

Intussen knettert hoogspanning
onze ogen zinderend de polen
het faseverschil van hart en ziel

En dan de weemoed en de angst
dat niets voor eeuwig is
dat vonk leven en vernietiging brengt
​

Afbeelding

XXVI Kaasschaaf

Hollandse zuinigheid verheven
tot rijkdom - dit is onze cultuur
misplaatste trots alsof gouden eeuwen
niet gebouwd zijn op roof en moord

Die loodzware last schaaf ik
elke ochtend in de gapende hoop
het vel niet van mijn handmuis
te raggen het eerste bloed van de dag

Hoeveel plakken zijn er nodig om
een schaaf te rechtvaardigen en
hoeveel schaven voor een cultuur

Ockham wist het wis de aanname
laat me kijken naar de wereld kaal
zuinigheid met vlijt geeft vuiligheid in spijt
​

Afbeelding

XXVII Spons

Dat de evolutie zou uitlopen
op een preoccupatie met poetsen
was niet voorzien toen god
het oerwater de spons gunde

De schepping zelf een rottende
chaos met talent voor smerigheid
op kak en kadavers gedijt zij
het best de vruchtbaarheid van dood

Waren sponsdieren aan het poetsen
geslagen was de evolutie ogenblikkelijk
gedoemd de aarde was kil en afgestorven

Maar niets zo verdrietig als een spons
gevangen in ijs - de lugubere waarheid dat
wat je in leven houdt je tevens kerkert
​

Afbeelding

XXVIII Spijker

In zweet gesmeed per gros
pook het vuur op - de meesterproef
en bouw die kathedralen in
vrome ijver de timmerlieden

Het gewelf moet hoger reiken
gebrandschilderd glas stralender
en priesterkoor luisterrijker dan
die in de halfheidense buurstad

Intussen in de eeuwigheid likt
Christus zijn wonden en kijkt neer
op het ijdel gekrioel mierengeloof

Hier en daar stort een toren in
roepen mieren de Gespijkerde aan
in peilloos verdriet zonder rancune
​

Afbeelding

XXIX Föehn

Magiërs alchemisten mystici
alle onmachtige pogingen
eeuwenlang om de elementen
naar eigen wil te schikken

Wie houdt de winden in zijn hand
met een vingerwijzing storm op-
steken en doodse stilte met enkel
armgebaar schamper afgedwongen

In de luwte niet in het geraas
ben jij te vinden wat wind ik
me op schakel de föhn uit

Wat meen ik de kosmos te beheersen
door drie standjes wind aan een handvat
te ontlokken jouw zwijgstem verwaait
​

Afbeelding

XXX Stronk

Geveld te zwak het oordeel
van natuur over zichzelf
genadeloos zonder aanziens
des booms dus rechtvaardiger?

Wat niet standhoudt in storm
onwaardig bescherming te genieten
de vraag naar intrinsieke waardigheid
wordt niet gesteld nee bestaat niet

Als de wereld tot een einde kwam
ik kapte razend alle bossen en
haalde de zeis over bloementuinen

Maar jij moet gespaard blijven
Ik zou de hele mensheid offeren
voor één extra uur met jou
​

Afbeelding

XXXI Blik

Ikoon van cultuur weggesmeten
onder verbindingspogingen met
de wereld buiten mij woedend
de laatste druppel en het eerste woord

Platgestampt symbool van
innerlijk leven - een mens leeft
niet van koolzuur alleen maar van alles
wat zuster industrie uitbraakt

Mijn laatste woord verbinding
verbroken geen bereik meer
een nieuw blik opengetrokken

Ik giet het uit over de hondenschijt
die gelijk het onkruid tussen tegels
de maakbaarheid aanklaagt een offer
​

Afbeelding

XXXII Asbak

Waarom bewaren wat op-
gebrand is? Zinvoller dan
een foto van Kreta zwaaiend
naar een verloren toekomst

Inmiddels te weten dat je wuifde
naar je eenzame oude dag en
steeds als je de bladzijde omslaat
de sigarettenas moet wegblazen

Waarom ben je nooit gestopt?
voor wie zou ik? Je wijst naar de
urn en haalt je schouders op

Morgen komt de dokter die houdt
ook zo van Griekenland hij was ook
op de crematie weet je nog?
​

Afbeelding

XXXIII Gieter

Tel de gaatjes en deel die door
het aantal liters water en dat weer
gedeeld door het aantal seconden
schrijf de uitkomst in het rapport

Zend het rapport naar het ministerie
dat een persbericht doet uitgaan
vervolgens een commissie inricht
en heimelijk een ridderorde voor je aanvraagt

Notoir gieterloze landen bestellen
het sterk aangepaste rapport in de
veronderstelling dat het water bevat

Het dodental door de droogte is
inmiddels niet te overzien in tegenstelling
tot het aantal gaatjes per liter per seconde
​

Afbeelding

XXXIV Schelp

Duizenden schelpen op het strand
natuurlijk als bloemen in het veld
geplukt door kinderen spelen opgetogen
verzamelen de gave van de zee

Wie van hen ziet ze voor wat ze zijn
de karkassen van dieren hun
aangespoeld skelet de relieken van
een kort en meedogenloos leven

Ga maar schelpen zoeken roepen we lachend
terwijl woeste golven schouderbladen
dijbenen en borstkassen op het strand werpen

Bezien we verliefd ons kroost als dat
strandhockey speelt met een ontvleesde
bovenarm die onderkaak van schedel tikt
​

Afbeelding

XXXVIII Brood

We geven niet op nee we geven
niet op er wordt op schouders geslagen
een baguette gaat rond ieder scheurt
zijn deel af geen gezeur langzaam kauwen

Veel te weinig voor verzadiging
maar te veel om van te sterven de halve
fles wijn achtergelaten door de bewoners
wat zurig inmiddels lispelt geestkracht

Nog voor de avond valt is driekwart
gesneuveld met de zure smaak nog
op de lippen de goede zaak het hoger doel

Hun verwrongen lijven geplunderd
voor tranenbrood verborgen levensdrift
een galgenmaal van een gebroken lichaam

​Op Witte Donderdag 2018
​

Afbeelding

XXXIX Weegschaal

​Diepverworteld met bos maan dier
de heksenwaag slaat door naar hysterie
angst voor natuurkrachtelijke ootmoed
door mensmachtelijke verzinsels

Zoals mensliefcompassie steeds
beloond wordt met kruisiging spuug
de laffe macht blijft handen wrijven
wassen schudden volksgunst zuigen

De bizarre gedachte dat een instrument
om vlees en graan af te wegen
geschikt zou zijn voor politiek en moraal

Jij en ik tegen elkaar afgewogen
vooroordelen in de waagschaal
ik leef jij sterft of toevallig andersom

​​Op Goede Vrijdag 2018
​

Powered by Maak je eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.