Waken (gedichtenreeks)
Waken I
Dat ik je hand vasthoud
zoals ik dagelijks heb gedaan
al die 42 jaar
is niets bijzonders
ik ben met je vergroeid
ik kan niets anders
Dat ik naar je kijk
zoals geliefden naar elkaar kijken
met de wijsheid van de jaren
en de ernst van het moment
- glimlachen als je ogen openen -
is maar heel gewoon
heb je me ooit anders zien doen?
dat ik spijt voel
voor die domme ruzies
waarmee we onze tijd verdeden
kostbare tijd zo kostbaar
dierbaar goedmaken telkens weer
ik hoop dat je dat voelt
door mijn hand en mijn glimlachen
want ze zijn niet gewoon
en wel bijzonder
geen dag als alle andere
wanneer we elkaar in het voorbijgaan kusten
ik weet niet
of je mijn glimlach ziet
mijn hand wel voelt
maar ik voel jou
zie jou
je geest bijna vrij
onloochenbaar samen
mag ik iets van je pijn?
zoals ik dagelijks heb gedaan
al die 42 jaar
is niets bijzonders
ik ben met je vergroeid
ik kan niets anders
Dat ik naar je kijk
zoals geliefden naar elkaar kijken
met de wijsheid van de jaren
en de ernst van het moment
- glimlachen als je ogen openen -
is maar heel gewoon
heb je me ooit anders zien doen?
dat ik spijt voel
voor die domme ruzies
waarmee we onze tijd verdeden
kostbare tijd zo kostbaar
dierbaar goedmaken telkens weer
ik hoop dat je dat voelt
door mijn hand en mijn glimlachen
want ze zijn niet gewoon
en wel bijzonder
geen dag als alle andere
wanneer we elkaar in het voorbijgaan kusten
ik weet niet
of je mijn glimlach ziet
mijn hand wel voelt
maar ik voel jou
zie jou
je geest bijna vrij
onloochenbaar samen
mag ik iets van je pijn?
Waken II
Ik weet al niet eens meer
hoe lang ik hier zit
het wordt licht het is donker
veel schemering
maar jij
ligt hier nog zoveel langer
voel me schuldig
als ik toegeef
aan mijn vermoeidheid
wat voel jij?
soms is het zo stil -
het schaamteloos tikken
van goedkope horloges
overstemt je nietige zuurstofjacht
ik kijk naar de muur
en hoor je adem niet
uren tikken weg
jouw luchtzuigen zo onregelmatig
als het dichtvallen
van mijn ogen
wakker wakker wakker
stel dat je gaat
als ik slaap
hoe lang ik hier zit
het wordt licht het is donker
veel schemering
maar jij
ligt hier nog zoveel langer
voel me schuldig
als ik toegeef
aan mijn vermoeidheid
wat voel jij?
soms is het zo stil -
het schaamteloos tikken
van goedkope horloges
overstemt je nietige zuurstofjacht
ik kijk naar de muur
en hoor je adem niet
uren tikken weg
jouw luchtzuigen zo onregelmatig
als het dichtvallen
van mijn ogen
wakker wakker wakker
stel dat je gaat
als ik slaap
Waken III
Ik zeg het wel
je moet de groeten hebben van
maar het is niet waar
’t is enkel een manier van spreken
gespreksstof voor
wie niks terug kan zeggen
Je krijgt al maanden geen groeten meer
en ik ook niet
Ik krijg wel blikken
ook voor jou bedoeld
Meer dan ik toen dacht
gaan we deze weg samen
De pijn in jouw lijf
is de pijn in mijn ziel
ik mis jou nu al
maar ik mis hen ook
snap je dat?
En net wanneer ik ga denken
als jij niet ziek was geworden
dan knijp je in mijn hand
en behoed me
voor bittere bloemen
Je hebt geen flauw idee
dat je dit voor me doet
je moet de groeten hebben van
maar het is niet waar
’t is enkel een manier van spreken
gespreksstof voor
wie niks terug kan zeggen
Je krijgt al maanden geen groeten meer
en ik ook niet
Ik krijg wel blikken
ook voor jou bedoeld
Meer dan ik toen dacht
gaan we deze weg samen
De pijn in jouw lijf
is de pijn in mijn ziel
ik mis jou nu al
maar ik mis hen ook
snap je dat?
En net wanneer ik ga denken
als jij niet ziek was geworden
dan knijp je in mijn hand
en behoed me
voor bittere bloemen
Je hebt geen flauw idee
dat je dit voor me doet
Waken IV
Je heft het glas en kijkt
steels naar mij
door de opengeslagen
tuindeuren davert de
zomerzon aan alle kanten
langs je hoofd
grijzer en wat dunner ingeplant
ik kan je opwinding ruiken
Het is helemaal niet zoals
bij je oude super-8 films
je beweegt niet schokkerig
de kleuren niet verbleekt
geen verspringende strepen door
je beeld de rode letters
Alles alles is zo
van nu en echt en totaal
en ik knijp in je arm
hard best wel
je kan niet steels naar me kijken
en zon verdraag je niet
maar ik ruik je wel
de enige jazz nu
is de zachte brush van die pomp
wat is een herinnering
die niet gedeeld meer wordt
een oude vriend die
je met een kus verraden heeft
sla hem weg
en houd me vast
steels naar mij
door de opengeslagen
tuindeuren davert de
zomerzon aan alle kanten
langs je hoofd
grijzer en wat dunner ingeplant
ik kan je opwinding ruiken
Het is helemaal niet zoals
bij je oude super-8 films
je beweegt niet schokkerig
de kleuren niet verbleekt
geen verspringende strepen door
je beeld de rode letters
Alles alles is zo
van nu en echt en totaal
en ik knijp in je arm
hard best wel
je kan niet steels naar me kijken
en zon verdraag je niet
maar ik ruik je wel
de enige jazz nu
is de zachte brush van die pomp
wat is een herinnering
die niet gedeeld meer wordt
een oude vriend die
je met een kus verraden heeft
sla hem weg
en houd me vast
Waken V
Het is dan zover gekomen
ik mag weer bij je slapen
– niet als een donderslag en
een heldere hemel was er allang niet meer –
als iemand over iemand
zo iets vertelde zei ik altijd tegen je
nou dan weet je het wel
Ik weet het ook wel
ik slaap bij je
als voorbereiding op
je inslapen
zomaar een lief sarcasme
we sliepen vaak rusteloos
of helemaal niet
en de dromen die we koesterden
over
hoe onze toekomst moest zijn
botsten vaak zo meedogenloos
dat onze levensweg de resultante
werd van toeval en venijn
Dromen hebben we niet meer
alleen de werkelijkheid nu
waarin we meer verenigd zijn dan
ooit
en ik mis ons gekibbel zo
dat ik je het liefst zou willen slaan
om tegen me te schreeuwen
Wanhoop
liefde
ik mag weer bij je slapen
– niet als een donderslag en
een heldere hemel was er allang niet meer –
als iemand over iemand
zo iets vertelde zei ik altijd tegen je
nou dan weet je het wel
Ik weet het ook wel
ik slaap bij je
als voorbereiding op
je inslapen
zomaar een lief sarcasme
we sliepen vaak rusteloos
of helemaal niet
en de dromen die we koesterden
over
hoe onze toekomst moest zijn
botsten vaak zo meedogenloos
dat onze levensweg de resultante
werd van toeval en venijn
Dromen hebben we niet meer
alleen de werkelijkheid nu
waarin we meer verenigd zijn dan
ooit
en ik mis ons gekibbel zo
dat ik je het liefst zou willen slaan
om tegen me te schreeuwen
Wanhoop
liefde
Waken VI
Als het zwartfluweel van de nacht
je gezicht deels overdekt
lijk je nog het meest op jezelf
lange schaduwen geven
je contouren
zachte ronding
die overdag zo oneerlijk
scherp en ingevallen zijn
Ergens is dus een moment
geweest
dat de nacht het overnam van de dag
en je meer van
het fluweel
werd dan van
het kant
En ik zag het
niet aankomen
Als ik jou zag voelde
ik lust en leven
toen alleen maar
dood
nu zie ik jou
zonder beelden
Ik kus het fluweel
voel het kant
wij zijn
stof
je gezicht deels overdekt
lijk je nog het meest op jezelf
lange schaduwen geven
je contouren
zachte ronding
die overdag zo oneerlijk
scherp en ingevallen zijn
Ergens is dus een moment
geweest
dat de nacht het overnam van de dag
en je meer van
het fluweel
werd dan van
het kant
En ik zag het
niet aankomen
Als ik jou zag voelde
ik lust en leven
toen alleen maar
dood
nu zie ik jou
zonder beelden
Ik kus het fluweel
voel het kant
wij zijn
stof
Waken VII
Te voorzichtig kus ik je
lippen je mond
zijn droog
bladderen af
een bijna verlaten huis
niet meer de moeite
te onderhouden
Een wattenstokje
schildert water je lippen
een druppel je mond
je zucht met een bevrediging
die mijn kussen niet meer
kunnen oproepen
Zozeer ben je
een gevangene geworden van
je lichaam dat lijf
dat afbladdert
en geen liefde verdraagt
kreunt bij een streling
zwijgt bij een kus
Was ik ooit water
voor jou
lippen je mond
zijn droog
bladderen af
een bijna verlaten huis
niet meer de moeite
te onderhouden
Een wattenstokje
schildert water je lippen
een druppel je mond
je zucht met een bevrediging
die mijn kussen niet meer
kunnen oproepen
Zozeer ben je
een gevangene geworden van
je lichaam dat lijf
dat afbladdert
en geen liefde verdraagt
kreunt bij een streling
zwijgt bij een kus
Was ik ooit water
voor jou
Waken VIII
En ik
praat maar en ik
fluister maar en ik
streel maar
mopper soms
huil bijna niet meer
en ik
hoop hoop zo
dat je iets meekrijgt
begrijpt van dit
gestamel
steeds zachter – zachter –
ik verstil als jij
je gebroken ooglid
perst een traan
je weet het
niet zegt de zuster
besef is weg – geen zorg
en ik
klamp me vast aan
het bedhek
dat voor jou bedoeld is
ik
was voor jou
bedoeld
praat maar en ik
fluister maar en ik
streel maar
mopper soms
huil bijna niet meer
en ik
hoop hoop zo
dat je iets meekrijgt
begrijpt van dit
gestamel
steeds zachter – zachter –
ik verstil als jij
je gebroken ooglid
perst een traan
je weet het
niet zegt de zuster
besef is weg – geen zorg
en ik
klamp me vast aan
het bedhek
dat voor jou bedoeld is
ik
was voor jou
bedoeld
Waken IX
Jij sterke grote
allesomvattende jij
met dat eigenaardige lachje
als je iets kon
wat mij
niet lukte
Jij sterke grote
allesomvattende jij
die maar doorging
als wij allemaal
op
wilden geven
Jij sterke grote
allesomvattende jij
je had geen benul
waartoe
je in staat
was
En nu heb je
geen verweer tegen
een vlieg
een heel klein
lullig kriebelvliegje
op je wang
jij sterke grote
krachteloze jij
Ik sla hem
weg
hoe gek word je
als ik de kamer
uit ben
allesomvattende jij
met dat eigenaardige lachje
als je iets kon
wat mij
niet lukte
Jij sterke grote
allesomvattende jij
die maar doorging
als wij allemaal
op
wilden geven
Jij sterke grote
allesomvattende jij
je had geen benul
waartoe
je in staat
was
En nu heb je
geen verweer tegen
een vlieg
een heel klein
lullig kriebelvliegje
op je wang
jij sterke grote
krachteloze jij
Ik sla hem
weg
hoe gek word je
als ik de kamer
uit ben
Waken X
Waar ben je
als je zo diep slaapt
en je adem niet
meer die onrust hijgt
Droom je in
een kinderwieg
je moeder zingt wat
vals maar lief en hondstrouw
Lig je in
Het gras de dauw
met mij? Voor alles
hoop over wat kwam
en ook snel verleden blijkt
Waar ben je
als je ogen wegdraaien
onder gesloten leden
onbereikbaar ooit?
Dan zie ik
je roerloze lijf roepen
niet in toen dwaal je en
nu bestaat voor je niet
Je bent ons
vooruit gesneld
om nu al in
toekomst te rusten
als je zo diep slaapt
en je adem niet
meer die onrust hijgt
Droom je in
een kinderwieg
je moeder zingt wat
vals maar lief en hondstrouw
Lig je in
Het gras de dauw
met mij? Voor alles
hoop over wat kwam
en ook snel verleden blijkt
Waar ben je
als je ogen wegdraaien
onder gesloten leden
onbereikbaar ooit?
Dan zie ik
je roerloze lijf roepen
niet in toen dwaal je en
nu bestaat voor je niet
Je bent ons
vooruit gesneld
om nu al in
toekomst te rusten