Het was najaar. Er waaide een gure wind door het land. Een onvoorspelbaar draaiende wind. In die dagen kondigde keizer Augustus het besluit af dat er verkiezingen gehouden zouden worden in heel zijn rijk. Deze verkiezingen vonden plaats toen Herodes vorst van Judea was.
Deze Herodes hield er een eigenaardige moraal op na wat betreft belastingtoeslagen aan de armsten onder de bevolking en daarnaast was er gemor over het gevaar van een vloedgolf, een menselijke vloedgolf nog wel, die stellig banen, woningen en bovenal de deugd van eerzame dochters zou wegvagen. De bevolking meende dat alles anders moest, en dat er een nieuwe frisse wind aangewakkerd moest worden. Herodes was al veel te lang aan het pluche blijven kleven was het algemene sentiment, en bovendien was zijn actieve herinnering er de laatste jaren niet op vooruit gegaan. Kortom: zijn politieke houdbaarheid was ver overschreden, ondanks dat hij bij elk debat onnozel bleef lachen. En zo werden stempassen door heel het rijk verstuurd. Iedereen werd opgeroepen zich te melden bij het stembureau in de plaats waar hij geboren was. Ook Jozef ging daarom op reis, van Nazareth in Galilea, waar hij woonde, naar Bethlehem in Judea, waar zijn familie uit afkomstig was. Jozef was een arbeider van middelbare leeftijd, die in de loop der jaren ernstig teleurgesteld was geraakt in de autoriteiten en maar moeilijk de eindjes aan elkaar wist te knopen, toch zeker sinds hij verloofd was met Maria, die bovendien in verwachting was van een kindje. Deze Maria was een jonge opstandige meid vol idealisme, die vocht voor een betere wereld voor haar toekomstige kind. Maria en Jozef hadden in het verleden niet veel over politiek gesproken, het waren toch allemaal maar zakkenvullers daar in Jeruzalem, maar de laatste tijd hadden ze steeds vaker onenigheid, waarbij Jozefs vastgeroeste ideeën, en Maria’s hormoonhuishouding de sfeer niet constructiever maakten. Aangekomen in Bethlehem keek Jozef in het rond en mopperde dat de buurt er niet op vooruit gegaan was sinds zijn jeugd. Ze klopten aan bij meerdere herbergen, maar allemaal zaten ze vol. “Zie je wel”, tierde Jozef, “zie je wel, ze nemen al onze plekken in. Er is geen plaats meer voor iemand die écht hier vandaan komt. Alle herbergen zitten vol. En waar moet dat kind van ons straks wonen?” Maria probeerde haar verloofde te kalmeren: “Maar Jozef, alle mensen hebben toch behoefte aan een warme plek? En bovendien, wij zijn toch zelf ook vanuit een andere streek hierheen gekomen?” “Da’s heel wat anders”, mopperde Jozef voort. Uiteindelijk vonden ze een tochtige B&B in het buitengebied bij een hobbyboer. Daar konden ze overnachten. Nadat Jozef een spandoek met daarop de letters BBB, wat blijkbaar ‘Bethlehemse Boeren Beweging’ betekende, van de staldeur had getrokken en als dekentje in een voederbak had gelegd, werd Maria’s kindje geboren. Het was een guitig jochie, en Maria straalde van weelde en opwinding bij het idee van een heuse babyshower in B&B-stijl, terwijl Jozef zich dus voornamelijk over hun toekomstige weelde zorgen maakte. Maar aan dat laatste kon snel iets gedaan worden. Een koor van engelen was namelijk inmiddels uit de hemel komen vallen om op citertjes te slaan, fluitjes aan te blazen en trommeltjes te roeren. Daarmee kondigden zij luide aan dat de dag der verkiezingen aangebroken was. Een helder licht van een nieuwe ster zou gaan schijnen. Uit de wijde omgeving kwamen herders aangelopen met hun stemvee. Dat blaatte en mekkerde dat horen en zien je verging. De herders riepen namelijk om het hardst en door elkaar tegengestelde boodschappen, waardoor de schapen geheel en al in verwarring geraakten. Sommige wilden hard met de kudde mee naar rechts rennen, andere lieten een duidelijke linkse afwijking zien en vele bleven verlamd in het midden van het veld staan, een beetje centrumrechts, als je goed keek. Er was een herder van wie het gerucht ging dat hij geblondeerd was, én de herderin van de Bethlehemse Boeren Beweging met frisse krulletjes. Zij beiden trokken van nogal wat schapen de aandacht. Daarnaast was er een herder met een nogal onopvallende coiffure en een gekwelde blik die maar niet leek te kunnen beslissen welke functie elders hij nu eigenlijk ambieerde, en dan huppelde er nog een herderinnetje met een soort andrelonhaar dat heel hard riep dat ze niet mee wilde rennen, maar het toch deed. De chaos dreigde onbeheersbare vormen aan te nemen, totdat er drie inspecteurs uit het Oosten kwamen, om alles minutieus te controleren, want zo deden ze dat nu eenmaal. Of Jozef misschien als timmerman geen neveninkomsten had; of Maria geen commercieel belang had bij de organisatie van de babyshower, en of die wel drie maanden tevoren schriftelijk was aangemeld; of de kleine niet te ver overtijd geboren was om in aanmerking te komen voor de kerstbonus; en vooral of één hunner achternamen geen aanleiding gaf te vermoeden dat ze hierheen waren gekomen om de boel te flessen; en om meteen dan maar te controleren of het leeftijdsverschil tussen Maria en Jozef wellicht een verdenking van mensenhandel rechtvaardigde, temeer daar men vermoedde dat zij nog maagd was. Uiteindelijk raakten de inspecteurs zelf dermate verstrikt in hun papieren wereld, dat de zaak pas op zijn vroegst over vier jaar behandeld kon worden. Jozef werd radelozer en radelozer. “Het lijkt potdomme wel alsof we hier in het jaar nul leven!” schreeuwde hij, terwijl Maria wanhopige pogingen ondernam om de babyshower alsnog tot een succes te maken. Uiteindelijk waren het niet de herders, maar de schapen die het feest redden. Zij besloten niet langer hun oor te neigen naar de herders, maar naar de feestmuziek die het dweilorkest van de engelen in de geboortestal had aangericht. Maria ging rond met hippe oriëntaalse veganhapjes, en Jozef stookte de traditionele barbecue op. Dat bleek prima samen te gaan. Geurige thee en lauw bier vonden beide gretig aftrek. Aan het einde van de dag bekommerde geen mens zich meer om de verkiezingen, maar de mensen bekommerden zich des te meer om elkaar. En de inspecteurs uit het Oosten verbaasden zich over de eenvoud van deze oplossing van onderaf. Daar moesten ze eens een gedegen protocol voor schrijven. Morgen. Voorzichtig waagden ze zich eerst aan een gedoogglaasje in een duister hoekje van de stal. En zo werd het de meest ontspannen kerst sinds jaren. En dat zegt wat. |
KerstverhalenArchives
December 2023
Categories |