Een tijdje geleden was ik te gast bij een mevrouw. Ze wilde graag eens kennis maken en kwetterde honderduit. Over de kinderen en kleinkinderen, over het werk van haar man die veel te vroeg gestorven was, over de oorlog. Ook over die moeilijke perioden in haar leven vertelde ze op een opgewekte manier. Dat was al bijzonder.
Plots hield ze halverwege een zin op met kwetteren en zei, bijna terloops: ‘Ik zie u wel kijken naar dat Mariabeeld. Ze is wel lelijk, hè?’ Ik schrok er een beetje van dat ik zo betrapt was. En ze had gelijk. Het was geen beeldje dat je met trots in een etalage zou zetten. Voorzichtig hapte ik naar adem om een gepast antwoord te gaan verzinnen. ‘U mag het best zeggen hoor,’ hernam ze, ‘Want ik hou er toch wel van. Het is net als bij je kinderen. Al zijn ze foeilelijk, ze zijn de liefste op de wereld.’ Ik knikte beschaamd. En even opgewekt begon ze te vertellen over een periode waarin haar geloof in mensen en in de wereld zwaar op de proef was gesteld. In die tijd had ze niemand gehad om haar verhaal bij kwijt te kunnen. Niemand die een hand op haar schouder durfde te leggen. Niemand om de hitte van de dag mee te dragen. Ik zette mijn meest meelevende gezicht op. ‘En toen, weet u wat er toen gebeurde, pastor?’ tjilpte ze vrolijk, ‘Toen vond ik op een ochtend dit beeldje bij het huisvuil langs de straat. Ik was er helemaal van ontdaan. Wilt u dat wel geloven? Ik heb haar opgeraapt, eens goed afgesopt, gelijmd en midden op tafel gezet.’ Ze boog wat voorover naar me toe en begon zachter te praten. ‘Ik noem haar: Onze Lieve Vrouw van de Straat. Want ze is zo vuil als een zwerver, maar ze weet alles en ze heeft alles gezien. En ze bewaart het allemaal in haar hart. Het is mijn grootste vriendin. Van binnen is ze de mooiste. Zo! En nou u weer!’ Ze had gelijk. Vertrouwen zit ‘m aan de binnenkant, terwijl je vaak maar moeilijk door de buitenkant heen kunt kijken. Ik was blij met deze wijsheid. Thuis keek ik meteen met andere ogen naar het zwaar beschadigde Theresiabeeld dat ik uit de erfenis van mijn oma had gekregen. Ze straalde medelijden uit, en geen lelijkheid. En eindelijk zag ik dat ook. |
Columns ZorgArchives
December 2022
Categories |