Zomerbeelden. Iedereen heeft ze wel. Vlaktes vol met kleurige veldbloemen, vogelgefluit waarmee je ’s ochtends ontwaakt, beslagen glazen koud bier, en zon. Vooral veel zon. De avonden worden er zo aangenaam door. Lekker lang licht, tot laat in de avond. En dan die warme schemering waarin een langverwachte koelte komt opzetten…
Juist daarover viel mij onlangs iets op. Iets wat nog niet eerder tot me was doorgedrongen. Het begin van de zomer valt samen met de langste dag. Bij ons beeld van de zomer hoort dat het tot laat licht blijft. Maar dat is dus niet zo. Aan het begin van de zomer gaat de zon rond tien uur onder, en dat wordt steeds vroeger tot ze aan het eind van de zomer in september al om half acht achter de horizon verdwijnt. Maar toch is het warmer en beter dan in de lente. De beste tijd is dus niet per se de langste. Dat is misschien ook wel een aardig beeld voor een mensenleven. Als de langste tijd geweest is, moet de beste tijd nog komen. Gek hè, dat je daar nooit zo bij stil staat. Als we op dezelfde manier tegen mensen aankeken als tegen de seizoenen, dan was ons beeld van de ouder wordende mens al een stuk zonniger. |
Columns ZorgArchives
December 2022
Categories |