Het was zwaar weer in Zorgland. Striemende tegenwind had de mensen moe gemaakt. De laatste seizoenen waren een uitputtingsslag geweest. Een donkere tijd snakte naar verlichting, en wie zich staande konden houden, maakten zich op voor de volgende bui. De gevoelstemperatuur daalde gestaag.
Te midden van al die onrust ploeterden Jozef en Maria, twee argeloze zorgvragers. Want dat waren ze. Jozef begon op leeftijd te geraken met de kwalen die daarbij horen en wilde een uitgebreidere aanvullende verzekering afsluiten. Maar kwam hij wel door de medische acceptatieprocedure? Zijn vriendin Maria was een stuk jonger en in verwachting van haar eerste kind, dat zeker te vroeg geboren ging worden. Ze moest al twee maanden het bed houden, maar nu had ze echt meer zorg nodig. Jozef kon het alleen niet meer opbrengen. Zoals velen hadden ook zij een brief ontvangen van hun zorgverzekering, waarin stond dat ze zich moesten schikken in de voorwaarden, en dat ze daar heel blij mee dienden te zijn. Er stond zeer minutieus in omschreven waar ze recht op hadden en in welke zorgcentra ze wel en vooral ook niet terecht konden. Veel keus hadden ze niet. En dus gingen ze op reis, helemaal naar de andere kant van het land. Want zo bleef het allemaal betaalbaar. Onderweg kwamen ze privéklinieken en particuliere verpleegvilla’s tegen. Maar ze zagen meteen wel dat hun verfomfaaide ezeltje geen gezicht zou zijn op de parkeerplaats van dergelijke herbergen. En waar ze bedremmeld met hun zorgpasje in de hand aanbelden, werden ze vriendelijk maar beslist geweigerd. ‘U begrijpt natuurlijk zelf ook wel dat we daar niet aan kunnen beginnen’, werd hen te verstaan gegeven, ‘want dan loopt het systeem vast.’ En Maria en Jozef knikten begrijpend. Ten langen leste, na bemiddeling van een zorgmakelaar, konden Jozef en Maria terecht in zorgboerderij ‘De Stal’, een sober bouwsel met veel authentieke elementen en natuurlijke klimaatbeheersing. Een os en een ezel maakten het concept van een stal compleet. Inmiddels was het nacht geworden, kerstnacht nog wel. Terwijl Jozef bedenkelijk om zich heen keek, beviel Maria, die zich comfortabel genesteld had op een zak hooi, of, zoals de hoogglansbrochure het had uitgedrukt “Tijdens de feestdagen in een ongerepte landelijke omgeving idyllisch genieten van het ouderschap”. De kleine knaap zette het direct op een janken. De ezel balkte: "Nou zie je hoe die zakkenvullers uit Jeruzalem de gewone mensen laten verrekken!" De os schudde zijn hoofd en zuchtte diep. Dat alles trok de aandacht van enkele herders uit de buurt. Vanwege het nachtelijk uur en hun kleine aantal, meende Jozef dat het de nachtdienst was. Maar één van de herders zei: ‘Weinig kans. De laatste zusters hebben na de pandemie ander werk gezocht. Ze waren zelfsturend, en dus stuurden ze zichzelf weg. En nu proberen wij een beetje de gaten te vullen als noodoplossing’. ‘Ooo’, zei Maria vanaf haar hooibaal, ‘jullie zijn zzp’ers?’ De herder vervolgde: ‘Maar het valt om de drommel niet mee hoor, om de roosters gevuld te krijgen, medicatie uit te zetten, de bestellingen te doen. We zijn hartstikke onderbezet… en dan willen ze ook nog dat we vers koken…’ ‘En vergeet de verplichte scholingen niet’, vulde een tweede herder aan, ‘en alle rapportages… Hebben jullie eigenlijk wel enig idee hoeveel tijd we per dag kwijt zijn aan het volschrijven van papyrusrollen?’ Nee, dat hadden Jozef en Maria niet, en de kleine al helemaal niet. ‘Hebben jullie dan helemaal geen ondersteuning? Als herders van zorgbehoeftige schapen?’ vroeg Jozef voorzichtig? ‘Nou’, legde een derde herder uit, ‘Dat dan weer wel. Er zijn teamondersteuners, teamcoaches, hr-coaches, netwerk-herders, van alles. En die doen allemaal hun best, echt. Maar als er een schaap geschoren moet worden, om het zo maar eens te zeggen, meneer, dan zal ík dat toch zelf moeten doen. Zo simpel is het ook.’ Jozef knikte wederom bedremmeld en twee schapen blaatten instemmend. De ezel balkte verontwaardigd: "Allemaal de schuld van die zakkenvullers in Jeruzalem!" waarop de os opnieuw zijn hoofd schudde en siste dat de ezel eerst zijn hersens moest gebruiken voordat hij zijn bek open trok. Op dat moment parkeerden er drie luxe kamelen met veel bombarie bij de zorgboerderij. Een even grote hoeveelheid heren in glanzende maatpakken daalde neder van hun rijdier en gespten kalfslederen koffertjes los van hun zadel. Met ferme tred liepen ze op het verbijsterde groepje herders af. ‘Wij zijn wijzen, wij komen van ver. Wij zijn extern ingehuurd als adviseur, ‘sprak de eerste wijze. De tweede wijze vulde hem zelfverzekerd aan: ‘Wij gaan die hut van jullie eens goed doorlichten, en daar een lekkere dikke boekrol over volschrijven’. En de derde: ‘En onze slimme adviezen gaan jullie implementeren, meteen nadat wij weer vertrokken zijn. Ja, dat maakt wel even indruk, hè!’ De herders, maar inmiddels ook de zorgbehoeftige heilige familie, stonden inderdaad met open mond als aan de grond genageld. Om de ongemakkelijke situatie te doorbreken, openden de wijzen prompt hun kalfslederen koffertjes en haalden er drie geschenken uit tevoorschijn: een sigaar uit eigen doos, een kortingsbon voor een congres over verandermentaliteit, en een konijn. Niet voor het kerstdiner, maar om uit een hoge hoed te toveren als de andere twee geschenken geen effect zouden hebben. De hoge hoed werd overigens niet meegeleverd, je moest medewerkers immers zelf verantwoordelijk maken voor hun proces. De ezel balkte voor de derde maal: "Allemaal de schuld van die zakke...." Verder kwam hij niet, daar de os hem een linkse directe van oudtestamentische allure had verkocht. Door de ontstane consternatie had men nauwelijks in de gaten dat er inmiddels engelen verschenen waren. Zij zongen hemelse liederen als ‘En van je hela hola, houd er de moed maar in’, en ‘We zullen doorgaan’, want dat is wat engelen doen. Naast harp spelen en kinderen helpen met oversteken uiteraard. Jozef en Maria richtten hun blik omhoog en dachten na over wat de toekomst brengen zou. De herders met al hun ondersteuning probeerden van ‘De Stal’ een mooi toekomstbestendig kleinschalig initiatief te maken, en de wijzen bleven druk in de weer met zichzelf en raakten steeds verder verstrikt in hersenspinsels. En het kleine knaapje? Dat groeide op en werd Minister voor Langdurige Zorg. Hahaha, nee hoor, natuurlijk niet. Hij werd een icoon van menslievende zorg en compassie voor miljoenen mensen door de eeuwen heen. |
Columns ZorgArchives
December 2022
Categories |