Na jaren van breken en bouwen, sjorren en sjezen, zuchten en steunen, nadert de renovatie van ons huis zijn voltooiing. Sommigen hadden de moed al bijna opgegeven ooit bij leven en welzijn het eindresultaat te zien, terwijl anderen dagelijks nieuwsgierig de ontwikkelingen op de voet volgden.
De gesprekjes tijdens het soms lange wachten op de lift, met name op de begane grond, hadden tijdenlang bijna geen ander onderwerp. Je werd ook telkens met je neus op de feiten gedrukt. En vooral ook: met je oren. Soms werd er een blik van verstandhouding of een knipoog uitgewisseld. Dat was genoeg. Ik denk dat ik wel mag zeggen dat het mensen veel gekost heeft. Gemoedsrust, een stukje geestelijk welzijn. Slaap. Zenuwen. Je kon er ook niet zomaar aan ontsnappen. Frustratie, woede en onbegrip maakten geleidelijk aan plaats voor gelatenheid en onverschilligheid. Slechts een enkeling had de moed om te zeggen: ‘Wacht maar, tot het klaar is. Als de moeder gebaard heeft en haar kind in de armen houdt, denkt zij niet meer aan de pijn!’ Houd het maar eens vol! Van ouderen wordt vaak gezegd dat ze minder flexibel zijn, dat weet u natuurlijk, maar voor de manier waarop de bewoners met de overlast van de renovatie om zijn gegaan, neem ik diep mijn petje af. Dat mag ook wel eens gezegd zijn. Maar zijn we daarmee uitgerenoveerd? Nee, ik vrees van niet. De échte renovatie kan nu pas beginnen. Renovatie betekent letterlijk “vernieuwing”. De vernieuwing van een gebouw is enkel een voorwaarde om aan betere zorg te bouwen. Een noodzakelijke voorwaarde weliswaar, maar toch slechts een voorwaarde. Een middel, en geen doel in zichzelf. De échte vernieuwing moet komen uit de mensen de medewerkers, voor wie een vernieuwde en stimulerende omgeving een inspiratie kan zijn, om nog betere zorg te leveren. En wat verstaan we daaronder? Dat iedereen zijn taken nauwgezet uitvoert? Slechts ten dele. Betere zorg betekent: de mens zien in de cliënt, het verlangen horen in de vraag (of in het zwijgen), mét iemand zijn en niet alleen maar bíj iemand. Elke dag opnieuw, elk moment opnieuw. Dat vergt een vernieuwde houding. Een vernieuwde houding die past bij een vernieuwd huis. Wat een uitdaging! Vaak gebeurt het natuurlijk al, maar soms merk ik het ook bij mezef, dat je de taken ziet die voor je liggen, en minder de bewoners omwille van wie je die taken uitvoert. Die bewoners zijn immers het fundament van dit huis. Als we niet daarop bouwen, dan bouwen we op los zand. |
Columns ZorgArchives
December 2022
Categories |